image/svg+xml

Over watersnood en ijsgang op de IJssel, 1820

Verhaal

Over watersnood en ijsgang op de IJssel, 1820

Plaatje bij verhaal: album_3_009_0.jpg

De winter 1819/1820 was streng geweest. In februari 1820 hoopten de Wijhenaren dat eindelijk deze strenge winter op zijn eind zou lopen, toen plotseling het water in de rivieren sterk steeg ten gevolge van de invallende dooi in Zwitserland en Duitsland. Tot overmaat van ramp stuwde een harde Noordwester storm het water de rivieren op. Het gevolg daarvan was dat op verschillende plaatsen in West Europa watersnood ontstond. Dijkbreuken waren aan de orde van de dag en zeer veel mensen verloren daarbij het leven. Als dat alles nog niet genoeg was begon het wederom hard te vriezen.

Toen de dooi opnieuw was ingevallen werden grote massa's ijsschotsen de rivieren, w.o. de IJssel, afgestuwd, alles vernietigend wat zij op hun weg tegen kwamen. In een door de toenmalige burgemeester van Wijhe uitgebracht rapport valt te lezen dat "de opmerkingswaardige bijzonderheden welke bij de jongste watersnood alhier hebben plaats gehad, meestendeels daarin bestonden, dat de ijsschotsen toen zo groot drijvende, dat niemand zig herinneren kon dezelve immer zo groot gezien te hebben, daardoor zoveel grooter verwoestingen aan de buitendijksche huizen en boomen te weeg gebracht. Zware boomen welke alle vorige ijsgangen hebben doorstaan, werden thans omgeduwd".

Maar daar bleef het niet bij. Gilles Schouten (over die burgemeester hebben we het hier) noteert verder dat de huizen door Cornelis Grolleman en Hendrik Regterschot bewoond en de "Mottenhuisjes genaamd", toebehorende aan de heer Van Dedem tot de Gelder door het schuiven van het ijs gedeeltelijk waren ingestort. Dit was ook het geval met het huisje van Klaas Wichems. Dit laatste perceeltje werd zo beschadigd dat de eigenaar zich verplicht zag het geheel af te laten breken. Het rapport van de burgemeester vertelt ons nog meer bijzonderheden over de zware ijsgang en de hoge stand van het water. "Het kruiende ijs had een stuk uit de IJsseldijk geslagen nabij de Krommedijk, ter breedte van ongeveer vier voet  en een lengte van twintig voeten. In de onmiddellijke nabijheid van dit gat was een zware schots met zijn punt in de IJsseldijk gedrongen en de vaart waarmede dat gebeurde was zo groot geweest dat de schots zes voet diep in de dijk was gedrukt".

Daar de dijkverwoesting zich ernstig liet aanzien, werd de bevolking te hulp geroepen en door het aanbrengen van wilgentakken en stukken ijs voor het gat, was het gevaar spoedig bezworen. Vele inwoners leden grote schade bij deze natuurramp. "Ofschoon een zeer groot getal ingezetenen meer of minder schadens hebben geleden zo door dien hun winterkoren onder het ijs heeft gezeten als door het ontruimen van hun huizen, met het vee en het wegdrijven van rikhouten en boomen, zo heb ik daarvan geen opnemingen kunnen doen en er dus geen proces-verbaal van kunnen opmaken, daar ik omtrent het opgeven van de schades nadere instructies afwagt".

"Slegts twee processen-verbaal voeg ik hierbij", aldus de burgemeester, "van menschen welke naar hunnen omstandigheden gerekend zware verliezen hebben, daar Klaas Wichems zonder onderstand buiten staat is zijn huis weder op te bouwen en door de geleden verliezen zig met zijn huishouden in de bedroevendste omstandigheden bevind, daar het heuveltje waarop hij zijne aardappelen ingekuild en waartegen sints jare lang steenpuin was aangebragt, door het ijs geheel weggeschoven en verdreven".

In het rapport van de burgemeester konden we ook nog vinden, welke schade de gedupeerden hebben geleden. In het proces-verbaal van Klaas Wichems is de volgende schade berekend:

  • schade aan het huis                                        f 128,-
  • schade aan de meubelen                                f   15,-
  • aan aardappelen welke weggdreven zijn       f   14,-

Totaal                                                                     f 157,-

De daghuurder Hendrik Verweij, wonende te Wijnvoorden, had geringer schade geleden, namelijk:

  • schade wegens een weggdreven zijmuur uit zijn huis      f 32,-
  • schade aan meubelen                                                          f 27,-

Totaal                                                                                         f 59,-

*Een voet is een lengtemaat en varieerde in Nederland tussen de 28 en 31 cm.
**Eerder verschenen in Rondom de Toren, december 1992, nummer 34.

Auteur:H. Huiberts (1908 - 1987), bewerkt door F. Kunst
Trefwoorden:Wijhe, IJssel, Winter, Overstroming, Ijsgang, Schade, Water Overijssel
Periode:1819-1820
Locatie:Wijhe
Thema's:Overijssel en het water, Overijssel en het water, Winters Wijhe

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.