image/svg+xml

Terug naar toen: de melkkoker

Verhaal

Terug naar toen: de melkkoker

Plaatje bij verhaal: keukenpannenset.jpg

Voordat iedereen in Nederland in de jaren zestig zelf een koelkast in de keuken had staan, kwam de melkboer dagelijks langs de deur om verse melk en zuivel te verkopen. Deze producten kon men zonder koeling niet lang bewaren. Er waren nog geen melkflessen of melkpakken. Je liep met een pannetje of kannetje naar buiten waar aan de melkkar met maatjes van hele en halve liter werd getapt. Het was ‘losse melk’ die je nog moest koken, bij voorkeur in een melkkoker.

Melkboer

Melkboer (melkventer) zijn was een sociaal beroep en elke melkboer had zijn eigen melkwijk met vaste klanten. Hij ventte losse melk vanuit de zuivelfabriek in bussen van 20 of 30 liter. Voor klanten die niet meteen betaalde had hij een opschrijfboekje waarin hij de bedragen noteerde. Een keer per week kwam hij afrekenen en dan gebeurde het wel eens dat het die week net niet uitkwam. Dat was kopen ‘op de pof.’
Ook in Wijhe deden melkventers met melk en karnemelk dagelijks hun ronde, ieder in zijn eigen wijk. Bekende melkboeren indertijd waren Bergman (Spoorstraat e.o.), Lankhorst die met paard en wagen ventte (Havenpad.), Jan Schut met paard en wagen (IJsselstraat), Dirk Berends met hondenkar en Hekkie als trekhond, Herman Mulder, Jan Mulder en Marinus Hillebrand. Veel melk werd geleverd vanuit de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek ‘Wijhe’ die in 1918 was opgericht.
In de jaren vijftig moest de verse melk thuis eerst nog worden gekookt. De melk was toen nog niet gepasteuriseerd, in tegenstelling tot de flessenmelk of melkpakken van nu. Losse melk bedierf snel en verzuurde en daarom moest je die meteen koken. Gekookte melk was langer houdbaar.

Melkkoker

Melk koken lijkt simpel, maar het gebeurde vaak dat de melk op de bodem aanbrandde of dat de melk overkookte. Gelukkig waren er handige tips om dit te voorkomen, zoals een melkkoker gebruiken. Een melkkoker is hoge pan van een liter of twee, met een schenktuit en een piramidevormige deksel met gaten. In het Wijhes Museum is nog een exemplaar.


Spoel de pan waarin u melk wilt koken, eerst met koud water om. U voorkomt dan aanbranden van de melk. Overkoken van de melk voorkomt u door de rand van de pan in te smeren met wat boter. Breng de melk op matig vuur al roerend aan de kook en blijf bij het afkoelen ook roeren. De kooksmaak wordt dan voorkomen en u krijgt geen vel op de melk. Is de melk aangebrand en u hebt een dikke laag onderin de pan, kook er dan een ui in, dan laat de laag vanzelf los.

Een oud huismiddel dat overkoken of aanbranden moest voorkomen, is het plaatsen van een omgekeerd schoteltje of een knikker in de pan, of vooraf aan het koken aan de melk wat suiker toevoegen.
Een melkkoker voorkwam niet dat de gekookte melk met een vel bedekt raakte. Een melkvel is gestolde melk die zich vormt nadat melk gekookt heeft, en vervolgens afkoelt. Veel mensen gruwden van een vel op de melk, anderen vonden het juist lekker.

 

Auteur:Rondom de Toren, nr. 90, 2011
Trefwoorden:Huiselijk leven, Melkkoker, Wijhes Museum
Thema's:Huiselijk leven in Overijssel, Huiselijk leven: terug naar toen

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.